Door op 30 juni 2016

Duurzame donderdag: Duurzaam oud.

Eind jaren ’80 bewoonden mijn verloofde en ik een ruime flat in één van de buitenwijken van Den Helder. Op zich hadden we het er prima naar onze zin behalve dat de flat, die in 1970 gebouwd was, nogal gedateerd raakte. De badkamer en sanitair waren van boven tot beneden betegeld met vuil-gele tegels, in de keuken moest je je volle gewicht tegen kastjes en lades werpen om ze laten sluiten en ook de blokverwarming was ouderwets en verre van ideaal. Mijn verloofde en ik keken elkaar diep in de ogen, kwamen tot de conclusie dat we voor altijd en eeuwig bij elkaar wilden blijven en besloten dat het hoog tijd werd voor een eigen huis.

Dat moest een jaren ’30 woning worden. Liefst in een zo origineel mogelijke staat. U weet wel; met kamer-en-suite, glas-in-lood, een erker en verzonken voegen. Maar waarschijnlijk óók met enkel-glas, enkel steens muren en tocht door allerlei kieren. Maar who cares? We waren jong en werden verteerd door een oplaaiend verbouwingsvuur. Na een paar maanden zoeken waren wij bijna overgegaan tot de aankoop van zo’n ‘leuke starterswoning voor de klusser met twee rechterhanden’ toen mijn grootmoeder overleed. Met achterlating van een mooie, doch volstrekt gedateerde jaren ’30 woning. Mijn lief en ik trokken langs mijn vader en oom die het huis hadden geërfd. Daarna werden alle neven en nichten geconsulteerd. Hun boodschap was eensluidend; als jullie dat hok willen hebben, be our guest! Dus werd enkele maanden later het koopcontract getekend en trokken wij in januari 1988 in onze eigen jaren ’30-stulp mét erker, verzonken voegen en….. en verder eigenlijk weinig origineels. Want mijn grootvader had halverwege de jaren ’60 de kamer-en-suite er al uit gesloopt omdat een doorzon-huiskamer een must-have voor elke moderne huisvrouw was en mijn oma schoon genoeg had van de schuifdeuren met dat ‘afgrijselijke glas-in-lood’.

Eind jaren ’80 waren er natuurlijk ook al ‘duurzame maatregelen’ waarmee je je woning energiezuiniger kon maken. Voordat wij ons eerste aller-eigenste huis betrokken, werden zaken als dubbel glas, isolatie van de zolder met vele meters houtwol en een waterbesparende  douchekop geïnstalleerd.

Klaar, het voor-altijd-en-eeuwige leven kon beginnen.

Inmiddels zijn we zo’n 28 jaar verder. Onze jaren ’30 woning voldoet, er werden 2 kinderen in geboren die ook alweer uit zijn gevlogen (dus weer lekker veel ruimte) maar als gevorderde 50-ers staan wij eigen-woning-wijs gesproken nu wel op een duurzaamheidskruispunt.

Op Twitter las ik enige weken geleden een oproep van een Helderse wijkmanager. Gezocht: respondenten die hun jaren ’30-woning voor het scriptie-onderzoek van een student Bouwkunde ter beschikking willen stellen. Het onderzoek zou een inventarisatie naar mogelijke duurzaamheids-maatregelen voor dergelijke oude woningen behelzen. Dat leek me wel wat; een uurtje zo’n jongmens door je huis leiden, gratis inventarisatie en advies ‘in return’. Afgelopen dinsdagochtend kwam ze langs, de HBO-studente bouwkunde. Gewapend met schrijfblok, mobiel met fototoestel en een heuse duimstok kwam ze na een schoorvoetend geaccepteerd kopje thee snel tot de kern van de zaak; er moest geïnspecteerd, nader bekeken en vooral opgemeten worden. Het luik in de gang voor de voordeur diende gelicht te worden, leidingen en installaties werden nauwkeurig bekeken, de tuindeuren moesten – ondanks de regen – open om de dikte van de spouwmuren te meten. Alle kamers werden aan haar bouwkundige studentenoog onderworpen. En passant ontging haar geen onvolkomenheid aan onze duurzaam-gedateerde woning. Dat kapotte rubber stripje in het tuimelraam zou eigenlijk vervangen moeten worden. Die cv-leidingen die daar door een kast lopen, goed dat we die geïsoleerd hadden anders zou er veel van de warmte doelloos verloren gaan. Met een lichtje (via een app op haar telefoon) scheen ze op onze dubbele beglazing om de (onvoldoende) kwaliteit ervan te beoordelen. En hoe zat het met ons energie verbruik? Hadden we wel eens nagedacht over zonnecollectoren op het dak of isolatie van de vloer?

Nou, zo ging dat een kwartiertje of drie door, toen was het hele huis geïnspecteerd. We hadden ten behoeve van de nodige metingen, reuze hulpvaardig allerlei meubilair opzij- en weer teruggeschoven. De studente had alles minutieus genoteerd. In de herfst mogen wij het rapport verwachten. Nadat onze bouwkunde-ster kordaat was weggefietst, op weg naar een volgend verre-van-energie-neutraal optrekje, keken mijn ex-verloofde (want al járen mijn echtgenoot) en ik elkaar een beetje beduusd aan. De duurzaamheid van onze relatie lijkt omgekeerd evenredig aan die van ons huis. Dat wordt óf heel veel investeren óf omzien naar een hermetisch dichtgekit nul-op-de-meter-seniorenappartement. Vooralsnog kiezen we nog even voor een status quo. In november, als de rapportage komt, zien we verder.