Door op 16 december 2016

De laatste dagen op kamp Kara Tepe, Lesbos

kamp-1

muziekles

kamp-3

Ons team

kamp-2

Touwtje springen

kamp-4

Leren breien

Het harde werken eist ook een beetje zijn tol. We raken vermoeid,  maar toch gaan we stug door want er is nog zoveel werk te doen en eigenlijk willen we elke minuut die we hier zijn ten volle benutten. We leren de mensen beter kennen. Ik weet dat het gek klinkt maar het voelt alsof je een soort van familie wordt. Op een van deze laatste dagen is de stemming in het kamp omgeslagen. Er is voelbaar iets gaande. Mensen zitten in groepjes bij elkaar , de armen om elkaars schouder geslagen. Er gaan gezinnen vertrekken. Een groep van 30 mensen staat gepakt en bezakt voor een van de grote tenten en er vindt een afscheidsritueel plaats. Aan onze speeltafel vandaag geen kinderen. Voor het eerst kan ik mijn tranen niet meer bedwingen. Een vrouw die iedere ochtend even langskomt als wij met de kinderen spelen slaat een arm om mij heen en zegt : “don’t cry, they  are happy to go.” Op weg naar een onbekende toekomst. Zo hoopvol. De achterblijvers hebben het moeilijk . Zij zijn al 8/9 maanden bevriend. Ze zullen elkaar nooit meer zien. Anderen zullen hun plaats innemen. Als de groep weg is komen langzaam weer wat kinderen naar ons toe met een blijde lach : “my friend, my friend, my friend”. Het dagelijkse leven wordt hervat. Maar het is niet hetzelfde als de voorgaande dagen. De berichten uit Aleppo dringen ook hier door. Mensen met familie daar. Er is angst en onzekerheid over hun lot.

Als we aan mensen vragen wat wij voor ze kunnen doen als wij terug zijn in Nederland is het antwoord steeds : vertel ons verhaal zodat we niet worden vergeten.

Ik vind de laatste dagen zwaarder dan daarvoor. Ik zie op tegen het afscheid nemen. Ik zou zo graag willen blijven. Zoveel te doen. Maar ik weet dat er een nieuw team onderweg is om onze taken over te nemen .

Er is een nieuw gezin aangekomen een paar dagen geleden. Een vader met 5 hele jonge kinderen. De moeder is dood. De man zoekt zijn weg. Spreekt ons aan, vraagt dingen, wordt boos. Of eigenlijk is het onmacht. Mijn hemel wat heeft die man meegemaakt en hoe was zijn vlucht ? Ik weet het niet. De laatste dag komt een van zijn kinderen bij het thee- en koffie uitdeelpunt en schreeuwt tegen de mensen : shay, shay. (thee, thee) Als je naar hem wijst maakt hij een terugtrekkende beweging. Als je met hem wil praten, schreeuwt hij. Hij vertrouwt niemand. Zijn ogen zijn angstaanjagend. Ik weet niet wat ik er in moet lezen. Maar dit jongetje heeft dingen meegemaakt die een kind niet moet meemaken. Hij wacht tot zijn thermoskan met thee wordt gevuld en wordt even afgeleid  door twee van onze teamleden die een vrolijk dansje staan te doen met een paar kinderen. Gebiologeerd kijkt hij er naar en even, heel even zie ik een minimale glimlach verschijnen. Dat kind heeft veel liefde en aandacht nodig  en ik hoop dat hij dat met een veilige thuishaven gaat krijgen. We signaleren en wijzen andere organisaties  erop dat dit gezin extra aandacht nodig heeft. Ze zijn in beeld, iedereen is hierop gefocust. Hij blijft nog lang in mijn gedachten hangen.

Op zaterdagavond organiseren wij met onze helpers  een feest voor het kamp(eigenlijk hoeven we niet veel te doen alleen er te zijn). Geen hapjes, geen drankjes. Muziek en dans. In een soort arena buiten.  Wat een bijzondere avond was dat. De vrouwen zitten op de tribune en kijken de hele avond toe. Zij kletsen met elkaar. De mannen dansen. Dat is ontroerend. Ze dansen in een rij op de muziek uit hun land. En alles komt voorbij. Kinderen proberen mee te dansen en hollen overal tussendoor. Het is een drukte van jewelste. Ook de allerkleinsten zijn er. Tot half 12 is het feest. Dan  sluiten we af en ruimen op. (nou ja, alleen de muziekinstallatie want meer is er niet) . Wat kunnen de mannen hier prachtig dansen. Ze gaan er helemaal in op.  Ik heb er van genoten. Als wij zeggen dat het in Nederland vaak andersom is dan snappen zij daar niks van. Zo grappig. Zo mooi ook om die verschillen in cultuur te ontdekken.

De dag van het afscheid doen we in de ochtend onze dagelijkse activiteiten, we maken 1000 ontbijtjes klaar, delen ze rond en spelen met de kinderen. We werken het nieuwe team zo goed mogelijk in, gaan dan even lunchen. In de middag maken we een rondje over het kamp. We zeggen gedag. Ik vind het heel lastig. Zou ze eigenlijk niet los willen laten. Een vluchteling heeft voor mij een gezicht gekregen, een verhaal, ik ben hun leven ingelopen,  maar zij zullen er niet eenvoudig meer uitlopen.

Ik weet dat wij veel hebben gegeven, maar ik heb minstens zoveel teruggekregen.

Voor altijd in mijn hart Jamal, Sabrullah, Abduallah, Donja,  Jalal, Rafi, Bishno etc, etc….