Duurzame Donderdag: Leven zonder Afval – een update
Al eerder in deze rubriek berichtte ik u dat ik mee doe aan een project “100 dagen zonder afval”. We naderen inmiddels bijna de eindstreep dus kan ik nu wel iets over de resultaten vertellen. Wat wordt gemeten is het restafval dat wordt weggegooid. Een gemiddeld huishouden in Nederland gooit 9 kg per week weg, in Purmerend waar ik woon is dat gemiddelde zelfs nog hoger, namelijk 12 kg. De deelnemers aan dit project zitten nu op gemiddeld 0,8 kg en ikzelf op 0,2 kg. Het helpt dus wel degelijk om je bewust te worden van wat je weggooit. Aan dit bewust worden zitten een aantal elementen die een rol spelen. In de eerste plaats natuurlijk het goed scheiden van afval. Hierdoor komen herbruikbare materialen niet bij het restafval. Het gaat dan om papier, glas, plastic en biologisch afval. Een tweede manier om minder afval te produceren is gebruiksartikelen een tweede leven geven. Dat betekent dus verkopen, weggeven , opknappen of repareren. Op deze manier hoeft er ook minder geproduceerd te worden . Een derde manier is voorkomen dat er uberhaupt afval is.
Voor mij zat hierin vooral de uitdaging. Bij het kopen van producten let ik nu veel meer dan voorheen op de wijze waarop het is verpakt. Zo koop ik bij voorkeur producten met zo min mogelijk verpakkingsmateriaal. Op de markt kun je groente en fruit los kopen. Ik neem dan een eigen tas mee. Artikelen in de supermarkt die dubbel verpakt zijn laat ik zoveel mogelijk liggen. Natuurlijk helpt het dat wij in Purmerend de meest duurzame supermarkt van Europa hebben gekregen. De winkel is volledig kooldioxideneutraal en er wordt eigen energie opgewekt, waarbij er ook nog energie wordt geleverd aan omringende winkels. De inrichting bestaat voor het grootste deel uit hergebruikte materialen. Als klant kun je een aantal artikelen zelf scheppen of tappen. Zo kun je er zelf olijfolie tappen in flessen die je daarna weer kunt vullen, maar ook is er een tap voor koffiebonen en zelfs voor hagelslag. Maar ook schaaldieren kun je zelf scheppen en in een bakje doen. Dat gaat voor het grootste deel in herbruikbare bakjes die je later opnieuw kunt vullen. Er is een grote kruidentuin waar je zelf je kruiden kunt knippen.
De supermarkt speelt hierbij goed in op de wens van klanten om minder afval te produceren en natuurlijk tevens op het idee dat boodschappen doen meer een beleving aan het worden is. Natuurlijk is dat ook een commercieel aspect maar voor mij als klant komt het tegemoet aan een behoefte. Het is goed te zien dat veel ondernemingen bezig zijn met klimaat neutraal ondernemen. Ik denk dat wij als consument nog erg achterlopen. Mij heeft het meedoen aan dit project geholpen aan bewustwording en het wordt daarmee meer en meer een onderdeel van mijn dagelijks leven en dat raak ik niet meer kwijt. Het is een ‘way of life’ geworden.
Inmiddels zijn er 100 Gemeenten in Nederland die dit project hebben gestart. Als u de mogelijkheid krijgt om mee te doen , kan ik dit van harte aanbevelen. Er zit ook iets in van een wedstrijdelementgevoel en dat helpt natuurlijk mee om een goed resultaat te behalen.