Duurzame donderdag: Duurzame Horstermeer
Duurzame Horstermeer. Of: Het temmen van de brakke kwel. Al heel lang bestaan er plannen, die nu onderin een la liggen, om van de Horstermeer weer een meer te maken. Het probleem wat duurzaam moet worden opgelost is de grote hoeveelheid kwel met een hoog zoutgehalte wat uit dieper gelegen oude grondlagen vandaan komt. Dat brakke water wordt nu uitgemalen op de Vecht. Dit kost niet alleen veel geld maar is bovendien slecht voor de waterkwaliteit in het gebied en dus voor de opbrengst van de tuinderijen en graslanden, maar ook voor de natuurgebieden. Hadden we na de oorlog de onder water gezette polder maar niet drooggemalen, dat zou veel goedkoper zijn geweest.
Tegenwoordig is er tenminste een partij, Water Natuurlijk, die vindt dat het peil in de polder verhoogd moet worden. Ze willen een natuurgebied hier. Maar peilverhoging is verhullend taalgebruik voor onder water zetten. Een dure zaak voor de provincie om de vele bedrijven en bewoners-landeigenaren uit te kopen. Bovendien is nu juist de Horstermeer een polder waar in ieder geval al 50 jaar geen peilverlaging heeft plaatsgevonden om bodemdaling te compenseren. Bodemdaling is een van de argumenten om de functie te willen veranderen: niet agrarisch, maar natuur oftewel helemaal onder water zetten.
Bij ons waterschap Amstel, Gooi en Vecht, dat kan profiteren van onze uitvoerende organisatie het watercyclusbedrijf Waternet (knowhow in zowel drinkwaterbereiding als riolering als waterschapstaken: afvalwaterzuivering en waterkwaliteit), bestaan andere plannen om de polder te verduurzamen. Er is een proef gestart om op verschillende plaatsen met name in het midden van de polder, de zoute kwel uit de diepe bodemlagen op te pompen. Het zoute deel van de grondwaterspiegel (zout water is zwaarder) in de polder daalt en er komt een laag zoet water boven te liggen bestaande uit regenwater en kwel vanuit het zoete omringende oppervlaktewater. Van oudsher was bij de tuinders in de polder bekend dat het slootwater niet goed was voor de gewassen en zij hadden daarom regenwaterbassins op hun percelen.
Het gemaal van de polder hoeft in de duurzame plannen minder en dan zoet water uit te pompen. Van het opgepompte brakke water wordt via een leiding naar de waterfabriek in Weesperkarspel drinkwater gemaakt. Het overblijvende zout kan op de rioolwaterzuivering in Weesp worden verwerkt.
Voor het hele plassengebied zijn er voordelen. Er wordt geen brak kwelwater meer op de Vecht geloosd. Drinkwater maken vanuit de brakke kwel betekent ook dat een deel van het vele zoete kwelwater uit de Bethunepolder, waar nu drinkwater van wordt gemaakt, kan worden gebruikt voor verbetering van de waterkwaliteit in de nabij gelegen Loosdrechtse plassen. Gebiedsvreemd water inlaten vanuit Vecht of Amsterdam-Rijn kanaal is dan niet meer nodig. Bovendien hoeft veel minder Markermeerwater te worden ingenomen. Dat water is nu nodig als tegenstroom op de Vecht om het brakke Vechtwater bij Nigtevecht richting het Amsterdam-Rijn kanaal te dwingen, zodat het niet de waterkwaliteit in het gebied tussen Markermeer en de Horstermeer negatief kan beïnvloeden, zoals in de Ankeveense plassen en het Naardermeer. Dat scheelt een hele plas zoet Markermeerwater, dat door andere aanliggende waterschappen kan worden gebruikt.
Wie kan tegen deze bronaanpak en dus duurzame oplossing van de zoute kwel zijn?? We duimen dat de pilot brengt wat wij er nu van verwachten.
Reinie Kaas