Woensdag 13 maart presenteert het Planbureau voor de Leefomgeving zijn analyses van het Klimaatakkoord. Oud-milieuminister Jacqueline Cramer en PvdA-lijsttrekker en Groenste Politicus 2018, Adnan Tekin, vinden dat industrie, woningcorporaties en burgers zich niet bang moeten laten maken over de mogelijke kosten.
Klimaatverandering staat centraal in de provinciale verkiezingen. Terecht. In alarmerend tempo warmt de aarde op. Zonder extra maatregelen stijgt de temperatuur op aarde in deze eeuw met drie tot vijf graden. De maatschappelijke gevolgen hiervan zijn wereldwijd gigantisch. Alle landen moeten daarom ingrijpende maatregelen nemen, dus ook Nederland. Volgens klimaatdeskundigen dragen wij voor 0.5% bij aan de jaarlijkse mondiale uitstoot van broeikasgassen. Dat is relatief veel, gezien onze omvang. We zijn een transport land, met veel zware industrie, een intensieve landbouw en veel inwoners. Laten we ons daarom niet in de luren laten leggen door politici die goed piano kunnen spelen maar over het klimaat fake nieuws verkopen met bagatelliserende informatie over klimaatverandering en de Nederlandse bijdrage aan CO2 reductie. De uitstoot van broeikasgassen moet in snel tempo omlaag. Dat doen we vooral lokaal: in steden en regio’s. Daarom is klimaatverandering zo’n grote prioriteit in de Provinciale Staten verkiezingen. De Partij van de Arbeid wil zich hiervoor volop inzetten. Speerpunt is ervoor te zorgen dat de rekening eerlijk verdeeld wordt.
Sluiting Hemweg kolencentrale
In Noord-Holland moet ten eerste de industrie in tien jaar tijd de CO2 uitstoot halveren. Dat betekent de Hemweg kolencentrale sluiten, zoals het kabinet inmiddels heeft besloten, en de ongeveer 25 grote vervuilers verplichten tot die halvering. Hoge boetes bij niet naleving of een forse CO2 heffing horen daarbij. De ombouw naar een koolstofarme industrie is technisch zeker mogelijk. Tata Steel, die landelijk de meeste CO2 uitstoot, wil dat ook. Door een zelf ontwikkelde nieuwe techniek toe te gaan passen en de CO2 af te vangen en met waterstof om te zetten in de basisgrondstof voor een groene chemie. Meer maar nog niet alle 25 bedrijven in Noord-Holland hebben in Den Haag ambitieuze plannen ingediend om tot halvering van de uitstoot te komen. Dat kost hun geld, maar levert ook lagere energiekosten en dus een betere concurrentiepositie op. Niet investeren zet hen op achterstand. Zaak is wel om bedrijven strikt te houden aan de gemaakte toezeggingen. Voor de land- en tuinbouw geldt hetzelfde. De uitstoot van het broeikasgas methaan in de veeteelt en veenweiden gebieden moet omlaag, evenals het fossiele energieverbruik in de tuinbouwkassen. Met innovatieve oplossingen en nieuwe afspraken met de overheid is dat mogelijk.
De transportsector zal op andere brandstof moeten overstappen. Elektriciteit voor de korte afstanden en waterstof vooral voor de langere afstanden. De aanbesteding van de OV bussen moet daarop aangepast worden. En voor de scheepvaart en luchtvaart zijn ook koolstofarme alternatieven nodig.
De meeste discussie in de media gaat over het verduurzamen van de woningen en gebouwen. Terecht vragen mensen zich af: hoe moeten we dat doen en wat gaat dat kosten? Politiek is het antwoord daarop simpel: de totale woonlasten van burgers mogen niet toenemen. Maatregelen om woningen duurzamer te maken, kosten inderdaad geld. Maar daar staat tegenover dat de energielasten dalen en de kwaliteit van woningen verbetert. Het is stemmingmakerij om te roepen dat de kosten voor burgers torenhoog worden. Laten we praten over de manier waarop die lange termijn investeringen voor alle burgers betaalbaar worden. Te beginnen met de woningcorporaties. Als zij investeren in het energiezuinig maken van hun woningvoorraad, dalen de energiekosten voor huurders en zijn de woningen daarna in betere staat. Daarvoor moeten woningcorporaties flink investeren maar op termijn verdienen ze dit terug. Wettelijk is namelijk geregeld dat woningcorporaties in dat geval iets meer huur mogen vragen, maar nooit meer dan de totale woonlasten die huurders nu hebben. Daarover moet je als woningcorporatie huurders natuurlijk wel zekerheid geven. Het is dus vooral een kwestie van geld om de investeringen te doen. Al meer dan 10 jaar liggen de woningcorporaties daarover in de clinch met de Rijksoverheid. Het nemen van energiemaatregelen is slachtoffer geworden van een ruzie over een ander onderwerp: de verhuurdersheffing. Zolang die blijft, weigeren woningcorporaties grootschalig te investeren. Die patstelling moet doorbroken worden.
Huiseigenaren staan voor een ander probleem. Zij willen goed geadviseerd worden door een onafhankelijke expert wat nu werkelijk de beste energiemaatregelen en financieringsmogelijkheden zijn. Ook hier betalen de investeringen zich uiteindelijk terug door een lage energierekening. Hoe lang dat duurt hangt af van de staat van de woning en de energievoorziening. Als leningen met een hele lage of geen rente verstrekt worden, valt die onzekerheid weg. En als huiseigenaren zich verenigen in een wijk, kunnen de kosten gedrukt worden door gezamenlijke aanschaf van nieuwe apparatuur.
Alles staat of valt met een voldoende aanbod van duurzame energie en alle infrastructuur die erbij hoort. Ons landschap zal gaan veranderen: bijvoorbeeld meer windturbines op zee en waar mogelijk op land, overal zonnepanelen op daken, gebruik van oppervlakte- en rioolwater en de ondergrond voor koude en warmte en getijdenenergie.
Laten we in Noord-Holland aantonen dat we gezamenlijk die omslag naar een duurzame energievoorziening kunnen maken. Waar een wil is, is een weg.
Jacqueline Cramer (lijstduwer PvdA Noord-Holland en voormalig Minister van Milieu)
Adnan Tekin (lijsttrekker PvdA Noord-Holland)
Sandra Doevendans (kandidaat nummer 4 PvdA Noord-Holland)