Cowboys in de polder? Duurzame energie voor datacenters èn voor het buitenland?

30 januari 2021

Cowboys in de polder? Duurzame energie voor datacenters èn voor het buitenland?

De PvdA vindt het belangrijk dat Noord-Hollanders meeprofiteren van de lusten van de energietransitie en niet alleen de lasten voelen.

In de Nederlandse media zoemt het bericht rond dat subsidies voor de opwek van duurzame energie in Nederland en het rendement van de opwek door deze bronnen “massaal naar het buitenland verdwijnt“.

Investeerders in nieuwe energiebronnen worden niet alleen in Nederland gevonden. Dus gaat een deel van de subsidies voor die investeringen ook naar het buitenland. De vraag is of dat ook gebeurt met de hier opgewekte energie. We zijn in Nederland, voor zover bekend, nog niet zover dat we groene energie “overhouden”.

Een belangrijk uitgangspunt van het nationaal klimaatakkoord en het Noord-Hollands Perspectief is dat de omgeving rond nieuwe energiebronnen mee profiteert van de opbrengst van deze bronnen. In Noord-Holland streven we naar 50% meerwaarde voor de omgeving.* De vraag is of dat ook gebeurt als deze bronnen in handen zijn van buitenlandse investeerders.

In de Tweede Kamer zijn reeds vragen gesteld over de berichten over buitenlandse investeerders in de media. Het gaat bij deze subsidies ook vooral om Rijksbeleid. Toch gaat het ook onze provincie aan. De verdeling van de lusten en de lasten van de energie opwek in Noord-Holland verdient onze aandacht. Dat geldt ook voor de plaatsing van windmolens en zonneparken en de capaciteit van het elektriciteitsnet  Het zijn allemaal voorwaarden voor een succesvolle energietransitie. Voor de Noord-Hollanders, mét de Noord-Hollanders. Bovendien is het hun beloofd en belofte maakt nu eenmaal schuld.

De PvdA fractie vindt het belangrijk dat helder gemaakt wordt voor wie de duurzame energie wordt opgewekt en wie hiervan (mee) profiteert. Daarom stelden wij vragen aan Gedeputeerde Staten, die hier te lezen zijn: Schriftelijke vragen

 

*In het Noord-Hollands Perspectief op de RESsen is het o.m. als volgt geformuleerd:

Het is van belang dat de baten (financiële opbrengsten) voor een substantieel deel in de betreffende regio’s blijven en bijvoorbeeld worden aangewend om het lokale/regionale landschap een kwaliteitsimpuls te geven. Hiermee geven wij een nadere invulling aan de nationale ambitie van 50% lokaal eigendom.

Als provincie committeren we ons aan de Rijksambitie voor 50% van de nieuwe energieproductie op land in eigendom van de lokale omgeving. In de RES wordt deze ambitie nader uitgewerkt. Maar de energietransitie kan meer betekenen voor de omgeving dan enkel financieel. Terwijl de ruimte in Noord-Holland schaars is, komen er veel opgaven op onze leefomgeving af. We zetten daarom waar mogelijk in op een energie-ontwikkeling die bijdraagt aan andere maatschappelijke of ruimtelijk- economische opgaven. Zo kunnen zonneparken meerdere doelen dienen op de projectlocatie zelf. Zoals op het gebied van ecologie,

klimaatadaptatie, cultuurhistorie/erfgoed, recreatie en leefbaarheid. Dit is uiteraard afhankelijk van de omstandigheden op de locatie en vraagt ook wat van het ontwerp en dichtheid van de energieopstelling. Het verschilt daarom per geval in hoeverre er meerwaarde kan worden behaald. Ook door middel van financiële bijdragen aan een omgevingsfonds – wat kan worden ingezet voor lokale opgaven op het gebied van bijvoorbeeld leefbaarheid en landschap – kunnen windturbines en zonneparken bijdragen aan een meer evenredige verdeling van de lusten en lasten voor de omgeving.

Wij streven naar maatschappelijke participatie in opwek (lokaal eigenaarschap van energieprojecten waarbij in NHZ gestreefd wordt naar minimaal 50% in lokaal eigendom), daarbij zullen de minder draagkrachtige burgers niet vergeten worden.

In het Actieprogramma Klimaat is het als volgt geformuleerd:

We verdelen de lusten en lasten eerlijk, gelet op het maatschappelijk draagvlak en de financiële consequenties.

P 11  Bij grootschalige windparken op land en of zonneparken eisen wij dat de initiatiefnemers een Omgevingsfonds instellen. Zo’n fonds kan lokale opgaven op het gebied van bijvoorbeeld leefbaarheid en landschap financieren. Denk aan de plaatsing van zonnepanelen bij omliggende sportverenigingen of scholen, de aanleg van een glasvezelnetwerk of aan financiële participatie van omwonenden. Op die manier dragen de fondsen bij aan een meer evenwichtige verdeling van lusten en lasten in de omgeving van deze ontwikkelingen.