PvdA: Plan Dekker in Kwadijk niet uitvoeren.
De Noord-Hollandse Statenfractie van de PvdA heeft recent een groep verontruste buurtbewoners bezocht. De bewoners hebben moeite met de geplande bouw van 33 bufferwoningen aan het lint van het dorp Kwadijk.
Daarnaast heeft ook een gesprek plaatsgevonden met de Kwadijkse dorpsraad. De PvdA Statenfractie werd vertegenwoordigd door Nico Papineau Salm, Greet Blokker, Ed Wagemaker, fractievoorzitter Xander den Uyl en kandidaat statenlid en voormalig wethouder in Haarlem, Jan Nieuwenburg. Aanwezig bij de gesprekken was ook de fractievoorzitter van de PvdA-Zeevang Jetty Voermans. Het bouwplan in Kwadijk speelt al enige jaren. Door Dekker Ontwikkeling is een plan nabij de kerk gepresenteerd, dat zowel voor- als tegenstanders kent. Speerpunt van beleid in Zeevang, bestaande uit 7 kleine kernen in beschermd veenweidegebied, is behoud van vitaliteit. In de kleine kernen van de gemeente is behoefte aan beperkte woningbouw, met name voor starters, om te voorkomen dat die kernen vergrijzen en daardoor ook de laatste voorzieningen verliezen die ze nog hebben; namelijk een kleine dorpsschool en een dorpshuis. Ter plekke is de situatie vanaf het lint en vanaf de kerk bekeken. Hoewel de PvdA delegatie begrip kan opbrengen voor de angst voor vergrijzing van het dorp, vindt zij dat de gepresenteerde plannen de doorzichten in het lint zwaar onder druk zetten. Bovendien heeft de PvdA NH ook kennis kunnen nemen van het Woonplan Gemeente Zeevang uit 2013, dat in opdracht van de gemeente is gemaakt. Dit plan heeft de gemeenteraad nimmer bereikt. Eén van de conclusies in het rapport is dat tot 2020 vanwege de demografische ontwikkelingen er niet meer dan vier à vijf woningen nodig zouden zijn in Kwadijk.
De statenleden zijn van mening dat het bouwplan te grootschalig is voor het dorp Kwadijk, dat de doorzichten vanaf de linten ernstig worden verstoord en dat de structuurvisie van de provincie leidend moet zijn als het gaat om bebouwing buiten stedelijk gebied. PvdA-statenlid Nico Papineau Salm zegt hierover: “Als je ziet hoe op sommige plekken aan het lint, het dorp al behoorlijk is verstoord door rommelige stedenbouwkundige ingrepen, dan moet je uiterst voorzichtig zijn met die voortgang”. Hij geeft de suggestie om eens serieuzer naar het spoorgebied te kijken. “Daar zijn mijns inziens betere mogelijkheden voor dorp versterkende woningbouw”.