Op vrijdag 20 juli zijn we op Lesbos aangekomen. We (mijn dochter Linda en mijn schoonzusje Nel en ik) werden van het vliegveld opgehaald door Nikos en Katerina van “Home for all”. Vanaf dit eerste moment kwamen de indrukken binnen. Onderweg naar hun restaurant waar onze werkplek zal zijn, reden we langs de twee vluchtelingenkampen. Kara Tepe is het kamp waar ik tijdens mijn vorige reis heb gewerkt. Daar zijn de meeste zaken goed op orde. Er werken veel ngo’s met veel vrijwilligers om de mensen een zo goed mogelijk bestaan in het kamp te bieden. De omstandigheden zijn redelijk. In dit kamp verblijven de meest kwetsbare vluchtelingen. Heel anders is dat in kamp Moria waar we vervolgens langs reden. Een kamp dat bedoeld is voor 2500 mensen waar nu meer dan 10.000 mensen verblijven onder de meeste bizarre omstandigheden.
Al ruim voor het kamp zien we overal op straat en op de weg vluchtelingen lopen, zitten, hangen. Soms midden op de weg. Het is 23.00 uur in de avond en zij zijn op zoek naar een veilige plek om te slapen in de buitenlucht. Omdat zij zich in het kamp niet veilig voelen, slapen zij ’s nachts buiten. Het kamp is overvol en daarom ook veel agressie, geweld, brand, zelfmoord en de hygiënische omstandigheden zijn met geen pen te beschrijven. Het kamp naderend ruiken wij de lucht van urine die langs de straten stroomt. Overal zie je tussen de bosjes mensen zitten in kleine groepjes. Het kamp zelf is met prikkeldraad omgeven en het is onmogelijk om het kamp te betreden . Foto’s maken is niet toegestaan en kan je veel problemen geven. Militairen bewaken het kamp. Het is inmiddels donker en je voelt de sfeer van radeloosheid. We rijden voorzichtig door omdat er in je koplampen af en toe plotseling mensen opduiken die langs de weg lopen. Ook als we er voorbij zijn zien we nog veel vluchtelingen langs de kant wachtend op de nacht.
De volgende ochtend gaan ze dan weer terug naar het kamp. Dit is ook Europa op 3 uur vliegen van ons veilige bestaan. Sinds mijn vorige reis is het er niet beter op geworden. We rijden door naar de plek waar we de mensen zullen ontmoeten waar we komende tijd mee zullen werken. Aangekomen bij het restaurant “Home” is er storytelling evening waarbij vluchtelingen en vrijwilligers elkaar verhalen vertellen over hun zoektocht naar veiligheid , over de betekenis van vluchten, over hun reis. Na afloop worden de vluchtelingen teruggebracht naar kamp Moria waar wij net zijn langsgekomen.
De volgende ochtend gaan we aan de slag. Iedere ochtend begint met schoonmaak van het restaurant, van het terras. Alles moet er goed uitzien om te zorgen dat mensen zich welkom voelen. Daarna worden groepjes opgehaald uit kamp Moria om te komen lunchen of dineren. Wie er mogen komen wordt door contactpersonen in het kamp gecoördineerd. Wij zorgen dat de tafels zijn gedekt en we serveren het eten. Kinderen kunnen spelen. We gaan met een groepje zwemmen. Er is tijd voor een gesprek of voor het maken van muziek, luisteren naar muziek of dansen. Vrouwen en meisjes lakken hun nagels, maken armbandjes of praten met elkaar. We halen ze even uit hun dagelijkse ellende, even een moment van ontspanning, weer aan een tafel zitten, een goede maaltijd, met respect behandeld worden. Het is voor ons gewoon. Sommige genieten stilletjes , anderen gaan helemaal los op muziek. Ieder heeft zijn eigen manier om dit moment te beleven. Ik praat met een zwangere vrouw met 3 kinderen en met een vrouw met een baby van 20 dagen. Als het mensen zijn die pas in het kamp zijn aangekomen krijgen ze een zakje mee met wat kleiding. Daarna is er het afscheid en worden ze door onze vrijwilligers weer in groepjes teruggebracht. Ik heb het beeld van de avond ervoor in gedachten. Er is niet veel tijd om er lang bij stil te staan. Tijd om op te ruimen, af te wassen, de keuken schoon te maken.
In de stad Mytilini is een Home2. Daar kunnen vluchtelingen overdag binnenlopen voor een praatje of een kopje koffie. Iedere dag gaan hier twee vrijwilligers heen van 17.00 tot 21.00 uur. Een gemiddelde werkdag begint om 9.30 uur en eindigt om 22.30 uur. Het is overdag 34 graden en de nachten zijn ook behoorlijk warm. Maar ik heb een huisje met een bed en een douche en een toilet. En ik heb een vrije keuze in wat ik doe. Ook vrijwilligers van andere ngo’s in de kampen komen hier eten. En ook toevallige voorbijgangers of locals. Er is geen menukaart. De koks maken een heerlijke maaltijd die aan iedereen wordt geserveerd. Voor de vluchtelingen gratis, andere bezoekers kunnen een donatie doen. De vrijwilligers nemen allemaal sponsorgeld mee om dit mede draaiende te kunnen houden. Dit alles is helemaal afhankelijk van giften. De motor achter dit geheel is een Grieks echtpaar Nikos en Katerina. Hun hele leven staat in dienst van vluchtelingen. Toen de eerste boten een paar jaar terug op Lesbos aankwamen, haalden zij de mensen uit de boten. Zij hebben hun gewone restaurant opgegeven voor dit doel en werken overdag elders om in hun levensonderhoud te voorzien. Dat is nog eens humaniteit.
De foto’s zijn van de eerste twee dagen. Over een paar dagen volgt een nieuw verhaal van ons werk op Lesbos.