Over smaak valt niet te twisten, is het gevleugelde gezegde. Maar als we het hebben over de kwaliteit van onze leefomgeving – hoe zien gebouwen eruit, hoe zijn onze steden en dorpen ingericht, wat is de staat van onze parken, bossen of de natuur in het algemeen? – dan zijn we het er over het algemeen wel over eens dat die bebouwde en ingericht ruimte ‘schoon, heel en veilig’ moet zijn. Ook in het provinciale beleid komt de kwaliteit van de bebouwde (of ingerichte) omgeving in bijna alle beleidsterreinen terug.
Woensdag 15 september jl. werd in Haarlem de bijeenkomst “De Dag van de Ruimtelijke Kwaliteit” gehouden. In samenwerking met onze Provincie Noord Holland, werd de dag georganiseerd door de PARK, wat staat voor Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit. Ik was erbij, samen met fractiegenoten Annette de Vries en Gert Jan Leerink.
Een legertje deskundigen op het gebied van ruimtelijke inrichting, stads- of landschapsarchitecten, sociaal geografen, klimaat- en energietransitiedeskundigen hadden zich in de Philharmonie in Haarlem verzameld. Dat leverde een aantal mooie presentaties van hen op. Bijvoorbeeld van gastheer (PARK) Steven Slabbers. Of van prof. dr. Jan Rotmans, over hoe we de energietransitie in Noord Holland in 2050 ontwikkeld (voltooid) kunnen hebben. Maar ook Marc Hanou, van het Planbureau van de Leefomgeving (PBL), kwam aan het woord, over stadsregionale ontwikkeling.
Best moeilijke verhalen allemaal, met veel vergezichten over hoe het er in de toekomst uit moet gaan zien, in onze provincie. Maar waar gaat het nu eigenlijk écht om? Hier en nú?
Dan zien we een hoop geworstel met van alles wat onze directe leefomgeving beïnvloedt of zelfs bedreigt; weinig mensen vinden de datacenters of distributie-centra in de weilanden aantrekkelijk.
In ons provincie van beperkte oppervlakte maar met veel mensen die er wonen, werken en hun vrije tijd besteden, is het altijd weer zoeken naar evenwicht en proberen de beste beslissingen te nemen.
Daarbij kan een Dag van de Ruimtelijke Kwalit
eit zeker behulpzaam zijn. De presentaties geven inzicht in waar we staan. Welke ‘uitdagingen’ er op ons afkomen en hoe er mogelijk bijgestuurd kan worden. Want de leefomgeving – iets waar we allemaal erg veel waarde aan hechten – kun je maar één keer ‘ruïneren’…
Op twee van de presentaties mochten Annette en ik nog een reflectie geven. Niet verrassend dat Annette nogmaals het belang van de energietransitie onderstreepte. Haalbaar en betaalbaar voor een ieder en met speciale aandacht voor de jongeren in onze provincie. Zelf heb ik daarbij aangehaakt in mijn reflectie: denk aan de regio’s, denk aan al die doelen die we moeten halen maar denk bij dat alles vooral aan de ménsen. Daar waar mensen moeten wonen, werken en recreëren, willen ze iets te zeggen hebben over hun eigen leefomgeving. Die leefomgeving (en vooral de kwaliteit daarvan ) is een onderwerp voor de politiek. En politiek is – om de cirkel rond te maken – mensenwerk.