Na het rapport Remkes “Niet alles kan overal”, van juni 2020, is de aanpak van de stikstofproblematiek een volgende fase ingegaan.
Het Programma Aanpak Stikstof (de zogenaamde PAS) was aan de spreekwoordelijke dijk gezet door de Raad van State en Provincies moesten daarna snel aan de slag om de Beleidsregels intern en extern salderen uit te gaan voeren.
Salderen is een lastig begrip. Het komt erop neer dat stikstofvergunningen (bijvoorbeeld in de landbouw) die door de gebruiker niet zelf gebruikt worden, ergens anders wel in worden gezet. Stikstofruimte op de ene plaats sparen om het ergens anders (bijvoorbeeld voor huizenbouw) wél in te kunnen zetten. Zo blijft de uitstoot van stikstof op hetzelfde niveau of wordt – dat is nog wenselijker – minder.
De beleidsregels zijn in de eerste helft van 2021 geëvalueerd door een ambtelijke werkgroep. Toen waren ze zo’n jaar van kracht. Het doel van de evaluatie was: hoe functioneren deze regels nu eigenlijk in de praktijk?
Het is opmerkelijk dat de evaluatie lang binnenskamers is gehouden. Vele fracties in alle provincies, wij ook, zaten er echt op te wachten want natuurlijk wil je weten: wordt er door de nieuwe stikstofwet en de bijbehorende regels voor salderen, nu ook écht minder stikstof uitgestoten?
Nu blijkt achteraf dat evaluatie er al sinds juli 2021 ligt. En dat er door de evaluatiewerkgroep ook al een aantal aanbevelingen zijn gedaan. Waarom wisten wij dat niet? Reden voor onze provinciale fractie om er schriftelijke vragen over te stellen. Het college van Gedeputeerde Staten dient ons binnen 6 weken te antwoorden.
Lees de gevraagde vragen hier.