Veel inwoners zijn afhankelijk van het openbaar vervoer (OV). Door de pandemie daalden het aantal reizigers en dus ook de inkomsten van OV-bedrijven. De overheid vroeg daarom om zoveel mogelijk met de normale dienstregeling te rijden. OV-bedrijven kregen hiervoor compensatie.
De beperkingen en coronamaatregelen zijn nu weg. Meer mensen maken weer gebruik van het openbaar vervoer. Alleen het aantal reizigers is nog steeds minder dan in 2019. De compensatie voor OV-bedrijven liep tot september. Het kabinet heeft besloten om dit te verlengen tot eind 2022. Daarna stopt deze steun. Het kabinet verwacht dat het aantal reizigers dan weer is hersteld.
De OV-bedrijven zijn onaangenaam verrast met het stopzetten van deze steun in 2023. Omdat de compensatie stopt en het aantal reizigers nog steeds laag is, verwachten de OV-bedrijven in 2023 20 tot 30% van het OV-aanbod te moeten schrappen. Hierdoor dreigen belangrijke voorzieningen als scholen, ziekenhuizen en winkels voor veel inwoners onbereikbaar te worden. Met als gevolg dat de leefbaarheid achteruitgaat.
Dit is een onwenselijke situatie. De PvdA Noord-Holland stelt daarom de volgende vragen aan Gedeputeerde Staten.
1) Is Gedeputeerde Staten het met de PvdA Noord-Holland eens dat door het stopzetten van de compensatie vanuit de Rijksoverheid bus en treinvervoer in Noord-Holland dreigt te verdwijnen?
2) Heeft Gedeputeerde Staten in beeld welke bus- en treinverbindingen en/of frequentie in Noord-Holland dreigen te verdwijnen als gevolg van het stopzetten van de compensatie?
3) Is Gedeputeerde Staten bereidt om in gesprek te gaan met de Rijksoverheid en OV-bedrijven om te zorgen dat het openbaar vervoer voor onze inwoners niet achteruitgaat? En wat is hierbij de inzet?
4) Welke mogelijkheden heeft de provincie Noord-Holland zelf nog om de beschikbaarheid van het openbaar vervoer in Noord-Holland veilig te stellen?