Verslag PvdA Regiodag Bouwen en Wonen
Op 15 december 2012 vond de 15e PvdA Regiodag plaats, met ditmaal als thema ‘Bouwen en Wonen in Noord-Holland’. Tijdens de drukbezochte bijeenkomst werd door diverse provinciale en lokale PvdA-politici gesproken over de vraag waar, hoe en voor wie er de komende jaren gebouwd moet worden in onze provincie. Dit leverde niet alleen een levendige discussie op, maar vormde ook nuttige input voor de PvdA Statenfractie, die hiermee de komende tijd aan de slag gaat.
Veelheid aan rapporten
De dag, georganiseerd door de statenleden Naïma Ajouaau en Ed Wagemaker stond onder leiding van Gritta Nottelman, die in haar welkomstwoord wees op de grote hoeveelheid rapporten die er de afgelopen tijd is verschenen over de woningbouwbehoefte in Noord-Holland. Als leek is het moeilijk om er wijs uit te worden – de regiodag komt daarom op het juiste moment.
Kwaliteit voorop
De eerste inleider, Jos Feijtel, bepleitte dat we in Noord-Holland te maken hebben met het dilemma van de korte versus de lange termijn. Op dit moment is er sprake van een stagnatie in de verkoop en daardoor ook de bouw van woningen en kantoren. De afgelopen jaren werd het steeds minder aantrekkelijk om te bouwen; sinds 2010 worden er jaarlijks minder woningen gerealiseerd. Hoewel het nu moeilijk voor te stellen is, krijgen we over een aantal jaar toch te maken met woningnood in onze provincie. Daar moeten we op anticiperen, maar in veel gemeenten zijn tegenovergestelde bewegingen waarneembaar. We moeten tegelijkertijd oppassen dat we niet overhaast gaan bouwen, aldus Feijtel. Onderzoek laat zien dat veel mensen stedelijk willen wonen, in woningen van goede kwaliteit. Maar als we alle kaarten zetten op het opvangen van de nieuwe woningnood in het Zuiden van de provincie dan missen we de boot. De locaties in het zuiden zijn, duur, niet voldoende en er zijn veel Schipholbelemmeringen. Dus ook zoeken naar locaties langs de spoorlijnen naar Hoorn/Enhuizen en naar Alkmaar.
Dreigend tekort werknemers bouw
De tweede inleider, Cor van Vliet, plaatst de rapporten over toekomstig bouwen in Noord-Holland in perspectief door erop te wijzen dat mensen zich in 1980 maar moeilijk een voorstelling konden maken van 2012. Hetzelfde geldt, ondanks alle rapporten, vergezichten en toekomstvisies, voor ons met betrekking tot 2040. Wat we wel weten is dat het huidige regeerakkoord een groot probleem gaat opleveren voor de bouw. Veel oude werknemers stromen momenteel uit, maar er stromen geen nieuwe werknemers in. Als er over een aantal jaar weer vraag ontstaat, is er een groot gebrek aan expertise en mankracht in de bouw ontstaan. Hier moet meer aandacht voor komen, aldus van Vliet.
Vanuit de RAP-regio’s
De zes RAP-regio’s in Noord-Holland werden tijdens de regiodag allen vertegenwoordigd door een wethouder van PvdA-huize. Ben Blonk (destijds wethouder Zijpe, nu wethouder Schagen) gaf als eerste een korte update van de belangrijkste ontwikkelingen in zijn regio.
Jarenlang was het bouwen, bouwen, bouwen, en nu moet er gedacht worden in termen van krimp. Dat is een flinke omslag aldus Blonk. De oplossing ligt volgens hem regionaal: er moet regionaal worden gekeken waar de behoefte ligt.
Minder bureaucratie
Blonk wees er ook op dat de besluitvorming rond bouwen steeds bureaucratischer is geworden in zijn beleving. Hij deed een oproep aan de provincie: kan het niet sneller en praktischer? Vrijwel alle andere aanwezige wethouders sloten zich hierbij aan. Dirk Kuipers (wethouder Medemblik) wees erop dat als zijn gemeente wil bouwen buiten Bestaand Bebouwd Gebied (BBG), daar een enorme rompslomp aan vastzit. Met stagnatie van bouwprojecten als gevolg. Michiel Mulder (raadslid Amsterdam) vroeg het woord om te benadrukken dat zowel provincie als gemeenten een belangrijke slag te slaan hebben in het verminderen van de regelgeving. Als we in de provincie vraaggericht willen bouwen moeten we dingen mogelijk maken, aldus Mulder. Gemeenten moeten volgens hem de bevoegdheid krijgen om regels buiten werking te stellen als ze binnenstedelijk willen bouwen.
Niks mis met Vinex
Bij Jan Willem de Boer (wethouder Heerhugowaard) gingen alle rapporten direct de shredder in. Het is niet zo moeilijk om te bepalen waar behoefte aan is volgens de Boer. Iedere gemeente heeft immers beschikking over demografische gegevens. Wat er gebouwd moet worden is ook niet ingewikkeld: gewoon vinex-wijken. Jeroen Olthof (wethouder Zaanstad) was het hier niet mee eens. Volgens hem moet de discussie over wat, wanneer en waarom we bouwen wel degelijk fundamenteel gevoerd worden. Hij sloot zich aan bij Jos Feijtel: we moeten ons door de toenemende vraag die in het verschiet ligt niet laten verleiden tot het bouwen van woningen en wijken waar we later spijt van krijgen.
Transformatie belangrijk
Jan Nieuwenburg (wethouder Haarlem) vertelt dat binnen de RAP Zuid-Kennemerland is gekozen voor zoveel mogelijk binnenstedelijk bouwen. Niet alleen omdat bouwen buiten BBG door de provinciale structuurvisie wordt bemoeilijkt, maar vooral omdat er veel mogelijk is binnen de stad. Er zijn veel onbenutte plekken, veel leegstaande gebouwen en complexen die in aanmerking komen voor afbraak en/of herbestemming. In Haarlem worden die plekken op dit moment in kaart gebracht. Wat Nieuwenburg betreft biedt transformatie veel mogelijkheden voor de toekomst. Jan Rensen (wethouder Hilversum) wijst ten slotte op het grote tekort aan huurwoningen voor het middensegment. Volgens hem moeten we niet vergeten dat een steeds grotere groep wil (of moet) huren maar dat er voor deze groep nauwelijks woningen beschikbaar zijn. Dit is een probleem waar weinig aandacht voor is – onterecht, aldus Rensen.
Tot besluit van de regiodag reageerde gedeputeerde Tjeerd Talsma op alles wat door de inleiders, wethouders en de zaal te berde was gebracht. Talsma beaamde dat het momenteel niet vrolijk gesteld is met de bouwsector in onze provincie. Er is weinig vraag, met als gevolg werkloosheid waardoor veel vakmensen verloren gaan. We creëren nu de woningnood van de jaren ‘30/’40 en duwen het als een boei voor ons uit. Aangezien de rijksstructuurvisie de verantwoordelijkheid voor het voorzien in de woningbouwbehoefte bij provincies en gemeenten legt, heeft de provincie Bureau Companen opdracht gegeven tot een onderzoek. Zo kon in kaart worden gebracht wat de behoefte is en wat de vraag. Ook loopt er een onderzoek naar bouwen rond OV-knooppunten. Maar die rapporten zijn niet heilig. Talsma roept gemeenten met goede plannen op vooral langs te komen bij de provincie. Ook weerspreekt Talsma de klacht dat er sprake zou zijn van te veel bureaucratie. Binnen de provinciale structuurvisie hebben gemeenten volgens hem alle ruimte om te bouwen.