Zaterdag 8 oktober jl. vulde de Gehoorzaal van het Teylersmuseum zich met publiek van binnen én buiten de partij voor de lezing van Peter Boelhouwer, hoogleraar Huisvestings-Systemen aan de Universiteit van Delft. In de prachtige Gehoorzaal, waar legendarische namen als Einstein, Mme Curie en Lorentz ooit acte de presence gaven, gaf Boelhouwer een presentatie waarin hij niet alleen de huidige woning(bouw)problematiek besprak maar er ook sociaal-democratische oplossingen voor probeerde te vinden.
Daarnaast had de hoogleraar promovenda Rosa van der Drift meegenomen die in haar presentatie inging op de financiële aspecten van de hedendaagse woonproblematiek en vooral het grote verschil in financiële weerbaarheid blootlegde tussen hen die in het gelukkige bezit zijn van een woning en zij die er één moeten huren. Vooral de jonge generatie, die toch al zeer moeilijk woonruimte kan vinden, is veelal aangewezen op huur in de particuliere sector, waarbij huren van 1250 euro per maand geen uitzondering zijn.
Boelhouwer startte zijn verhaal met een aantal quotes die in het afgelopen jaar de voorpagina’s van verschillende kranten en tijdschriften sierden: ‘Woningnood leidt tot dakloosheid’ of ‘Makelaars luiden de noodklok’.
En inderdaad; aan niemand in ons land kan het grote tekort aan (vooral betaalbare) woningen voorbij zijn gegaan.
Toch is het nog maar iets langer geleden (2013) dat toenmalig minister Blok stelde dat de woningmarkt ‘liep als een zonnetje’ en dat er wel gestopt zou kunnen worden met bouwen.
‘Times they are a changing’, zullen we maar zeggen….
In 2005 kwam bij onze eigen Lokaal Bestuur nog het boekje ‘Goed wonen, voor iedereen, van iedereen’ uit. Boelhouwer destilleerde hieruit nogmaals de uitgangspunten van een sociaaldemocratisch woonbeleid:
- rechtvaardigheid, solidariteit maar ook keuzevrijheid en zelfbeschikking
- een sterke economie en een vitale markt worden begrensd door kaders die niet vanzelfsprekend door de markt geleverd worden.
- De woningmarkt staat bol van de imperfecties
- De mogelijkheid tot ontplooiing op tal van terreinen is nauw verboden met het wonen.
Voorts schetste Boelhouwer 10 woonvraagstukken die op dit moment spelen maar waarbij hij – gezien de beperkte tijd die voor zijn lezing beschikbaar was – niet uitputtend op alle vraagstukken kon ingaan. Een aantal werden wel nader besproken:
- Bouw woningen waar vraag naar is en vooral die woningen die iets toevoegen aan de bestaande voorraad;
- Zet in op collectieve woonvormen en zelfwerkzaamheid;
- Benut de bestaande (woning)voorraad beter, bijvoorbeeld met strategische nieuwbouw, woningdeling, transformatie van niet-woongebouwen, splitsing en inzet tweede woningen en recreatiewoningen;
- Zorg voor méér regionale spreiding
Promovenda Rosa van der Drift ging vervolgens in op de (grote) financiële verschillen tussen huurders en woningbezitters waarbij de eerste groep veel minder belastingvoordelen geniet dan de tweede. Daarnaast is de jongere generatie, door het grote tekort aan betaalbare koop- of huurwoningen,voornamelijk aangewezen op dure, particuliere huur. Dan moet je als starter al direct een behoorlijk salaris genieten om voor deze woningen in aanmerking te komen. “Dan heb je iets, aldus van der Drift, maar gaat wel 50 of soms wel 60% van je inkomen op aan huur, en is zoiets als sparen bijna onmogelijk”.
Structurele oplossingen voor de woonlastenproblematiek draagt Boelhouwer ook aan:
- Stel – als politiek – op basis van de NIBUD-systematiek de norm voor betaalbaarheid in de huursector;
- Politiek en verhuurders zouden een keuze dienen te maken tussen: verhoging minimum inkomen/uitkeringen of verlagen van de huren. Tussen verhoging huurtoeslag of verlaging van de woonkwaliteit;
- Er dient een nieuw huurtoeslagstelsel ontwikkeld te worden, gebaseerd op draagkracht: een nieuw toeslagenstelsel vanaf 2025;
- Het Kabinet zou moeten komen met specifieke voorstellen voor verhoging van de huren voor hogere inkomens en verlagen van huren voor lage inkomens.
En een sociaal-democratisch alternatief tenslotte:
- ontwikkel een brede sociale huursector!
Tot slot schetste de hoogleraar ook nog een aantal oplossingen voor de toenemende segregatie in ‘huur- en koopland’. Een landelijk Leefbaarheidsfonds of Volkshuisvestingsfonds en herintroductie van stedelijk herstructurering. Boelhouwer pleit voor een herstel van de aanpak van Ella Vogelaar. Samenwerking tussen wonen, welzijn, gezondheid en veiligheid op buurtniveau is van cruciaal belang met de corporaties als signalerende en mogelijk verbindende factor.
Verhoging en differentiatie van inkomensgrenzen in de sociale huursector zijn daarbij noodzakelijk. En stop met de bouw van nep-sociale huurwoningen door marktpartijen, idee cri de coeur van Boelhouwer.
De oproep is duidelijk. Een eerlijke(re) markt en een betere verdeling van het woningaanbod, waarbij vooral moet worden gekeken naar de vele senioren die vaak (alleen) in een veel te groot (geworden) huis wonen, en de jonge generatie die dolgraag wil starten op de woningmarkt of bij gezinsuitbreiding (doorstromers!) naarstig op zoek zijn naar een grotere woning.
“Op (of misschien wel terúg) naar een een brede volkshuisvesting!”, besluit Boelhouwer zijn betoog.