Door op 21 november 2015

Eerst de rechtsstaat!

Donderdagavond had de PvdA-afdeling Schagen senator Nico Schrijver uitgenodigd om in te gaan op de vluchtelingenproblematiek die overal in ons land wordt ervaren. Schrijver is naast Eerste Kamerlid voor onze partij ook hoogleraar volkenrecht en internationaal recht.

In zijn inleiding refereert Schrijver aan de streek rond Schagen die in de geschiedenis meerdere keren vluchtelingen heeft opgevangen. Dat was bijvoorbeeld zo in de Tweede Wereldoorlog toen veel mensen uit grotere steden als Den Helder naar Schagen trokken om er bescherming tegen de bezetter te vinden. Maar Schagen en haar omgeving boden ook een veilig heenkomen aan bewoners van de Wieringermeer, toen die polder door dijkdoorbraken onder water kwam te staan.

Nico Schrijver gaat eerst in op de cijfers. Waar hebben we het eigenlijk over als we over een vluchtelingenproblematiek spreken? Daarbij wordt duidelijk dat er door de oorlogen in het Midden Oosten zo’n 60 miljoen mensen op de vlucht zijn geslagen. 95 procent van al deze mensen wordt in de regio zelf opgevangen. Veel vluchtelingen verblijven al jaren in Libanon, bijna 2 miljoen. Daarnaast vangt Jordanië ook heel veel mensen op. Het maakt dat deze twee landen, aldus Schrijver, ‘kraken in hun voegen’.

Schrijver gaat in op de waarden van een progressief beleid. Dat is ten eerste veiligheid, ook interne veiligheid is daarin heel belangrijk. Is er buiten ons land onveiligheid, dan merken wij dat in onze eigen steden en dorpen ook. Daarnaast vrede, niet alleen negatieve vrede (het ontbreken van oorlog) maar ook positieve vrede waarmee een harmonieuze samenleving wordt bedoeld waarin mensen zich kunnen ontplooien en harmonieus met elkaar samen kunnen en willen leven.

Wat is eigenlijk een vluchteling, vraag Schrijver zich in zijn lezing af. Het verdrag dat dit definieert stamt inmiddels uit 1951. Binnen de politiek vraagt men zich heden ten dage af of de definitie van ‘de vluchteling’ – onder druk van de vluchtelingen toestroom – niet eens moet worden ge-update. Volgens Schrijver is dat het laatste dat we nu moeten doen. Juist in deze tijden van crises is de vigerende definitie van het begrip vluchteling datgene wat nu vooral houvast geeft. Een vluchteling is iemand die gegronde angst heeft dat hij (of zij) in eigen land vervolgd zal worden om geloof, etniciteit, geaardheid enz. De vluchteling is niet in de positie om terug te keren naar het eigen land en hij mág ook niet teruggezonden worden. Natuurlijk vanwege de onveilige situatie in het land van herkomst maar ook om te voorkomen dat iemand stateloos wordt. Een minimum aan opvang moet in het ontvangende land geboden worden (het overbekende bed, bad en brood).

Vluchtelingen die in procedure gaan worden asielzoekers genoemd. Zij hebben ook recht op bed, bad en brood. Veel vluchtelingen, vertelt Nico Schrijver, hebben echter alle vertrouwen in overheden en gezagdragers verloren. Deze instituties vertrouwen konden zij in eigen land namelijk ook niet. Als vluchtelingen in de anonimiteit verzeilen, worden zij heel eufemistisch ook wel ‘ongedocumenteerden’ genoemd. Onderscheid moet worden gemaakt tussen mensen uit echte oorlogsgebieden en mensen die om economische redenen naar Nederland komen. Voor die laatste groep moet, aldus Schrijver een goed terugkeerbeleid worden gevoerd.

Er komen veel vragen uit de zaal. Een meneer wil weten waar al die teruggestuurde vluchtelingen eigenlijk naar toe gaan. Schrijver geeft aan dat deze veelal naar andere landen, waar ze al familie hebben, gaan of worden begeleid tot aan de grens. Men wordt in deze gevallen vaak op een vliegtuig gezet door de marechaussee.

Een andere vraag uit de zaal gaat over het hoofdmotief van de vluchteling. Waarom zouden mensen zich hier eigenlijk niet uit economische motieven mogen vestigen? Dat deden al die Nederlanders die in de jaren ‘40 en ’50 naar Canada of Australië vertrokken immers toch ook? Schrijver moet dat beamen. Hij geeft aan dat op dit moment bij Syriërs nu de lijn is getrokken dat iedere Syriër een oorlogsvluchteling is (ook al zouden zij hier om economische of milieuredenen zijn gekomen). Maar anderen, uit vermeende veilige landen, moeten terug. Ook al omdat er geen draagvlak is voor immigratie vanuit niet-oorlogsgebieden. Een andere toehoorder uit het publiek merkt op dat in 1951 in de definiëring van vluchteling nog niets over seksuele geaardheid staat. Nu is dat wel een reden om te vluchten. Schrijver beaamt dat.

In het tweede deel van de lezing gaat Schrijver op zoek naar de oorzaken van de onrust binnen de landen in het Midden Oosten en Afrika. In zijn optiek heeft dat ook te maken met het falen van het Europese beleid en in het bijzonder door het terugschroeven van ontwikkelingssamenwerking. Er moet, aldus Schrijver, nu snel een einde worden gemaakt aan de geweldsspiraal die er in het Midden Oosten maar ook in delen van Afrika heerst. De enige oplossing is een collectieve aanpak vanuit en mét de Verenigde Naties.

In de zaal geeft iemand aan dat er ten aanzien van vluchtelingen nu ook ontzettend wordt ‘geframed’. Uit het verleden weten we dat velen weer terug zijn gegaan (dat is bijvoorbeeld zo geweest met vluchtelingen uit de Balkan). En als de mensen wél zijn gebleven, dan zijn zij na zoveel jaar geïntegreerd geraakt. Schrijver beaamt dat dat zo is maar geeft ook aan dat de situatie nu wel afwijkt. Er zijn nu grote hoeveelheden vluchtelingen en er is nu veel populisme. Schrijver geeft aan dat er nu eerst en vooral draagvlak gecreëerd moet worden.

Iemand in de zaal vraagt zich hardop af waarom geen land een definitief einde wil (of kan) maken aan ISIS. Schrijver denkt dat geen van de grote mogendheden de vingers daar aan wil branden. Achter de schermen is men er wel dichtbij geweest (door interventie van Finland) maar nu waagt niemand zich er meer aan. Is het conflict een geloofsoorlog, wil een van de toehoorders weten. Schrijver gelooft van niet. Het zijn vooral etnische beginselen die er aan ten grondslag liggen. En het gaat over macht en geld waarnaast armoede het vuur ook nog smeulend houdt. Dat maakt dat het creëren van democratie en het terugdringen van corruptie nu essentiële zaken zijn.

Zijn er oplossingen? Het is de vraag die iedereen in de zaal zich stelt. Er moet, volgens Schrijver, veel meer gemeenschappelijk beleid komen. De Europese migratieagenda is een heel belangrijk document. Hierin wordt bijvoorbeeld ook het zogenaamde instrument van relocatie uitgewerkt. Dit relocatie-principe is onvermijdelijk hoewel sommige landen hun snor drukken en geen of maar héél weinig vluchtelingen willen opvangen.

Daarnaast zal er veel meer gedaan moeten worden aan mensensmokkel. Daar moet effectiever tegen opgetreden worden en daarvoor is uitwisseling van gegevens noodzakelijk. In Europees verband samenwerken is dan een essentieel middel. Verder is, om de stromen Afrikaanse ‘vluchtelingen’ te onderbreken, veel meer ontwikkelingshulp nodig. In de vorm van handel, opleidingen of verbeteringen van de lokale infrastructuur. Daarmee neem je de oorzaken van de toestroom weg (bijvoorbeeld voor Ghanezen of andere mensen uit West-Afrika). Maar dat debat wil men in Europa nu even niet voeren, aldus Schrijver.

In de zaal oppert iemand dat ‘het Westen’ wellicht dan maar weer delen van Afrika moet gaan ‘re-kolonialiseren’. Schrijver is er niet voor. Ons kolonialisme heeft 350 jaar uitbuiting en onderdrukking voortgebracht. Mensen dienen zèlf sterker gemaakt te worden zodat zij hun landen zelf (democratisch) kunnen inrichten. Samenwerken, op voet van gelijkheid, waarbij corruptie wordt aangepakt. Eérst de rechtstaat, dát is volgens Schrijver de kern van een oplossing.

Hoe moet het verder in de toekomst? Schrijver stelt dat er nu al nagedacht dient te worden over ‘what next’. Wat als over een aantal jaren een flink aantal vluchtelingen zal blijven? Vanuit de sociaal democratie moeten er, aldus Schrijver, nú al initiatieven voor huisvesting en werk worden ontplooid.

Volgende week zit Nico Schrijver bij staatssecretaris Dijkhoff aan tafel en hij stelt het publiek daarom de vraag wat hij – vanuit Schagen – kan meenemen naar de bewindsman. Op dat moment staat mevrouw Marjan van Kampen, burgemeester van de gemeente Schagen, op. Zij heeft zich later op de avond onder het publiek gevoegd en betoogt nu dat Schagen een gastvrije gemeente is geweest voor de recente opvang van vluchtelingen. Van Kampen voelt zich, naar eigen zeggen, door haar eigen provincie benadeelt. De regio Schagen wil de vluchtelingen volgaarne opvangen, legt daar zelfs geld op toe. Als we deze vluchtelingen voor onze gemeente kunnen behouden dan kunnen wij hen zelfs werk bieden, aldus de burgemeester. Maar dan moet Schagen wél huizen mogen bouwen! Deze stelling wordt van diverse kanten door het overige publiek onderschreven. Een andere aanwezige in de zaal oppert dat het wijs is om opvanglocaties in stand te houden, ook als er even géén vluchtelingen of asielzoekers zijn. Houd die centra open, voor ‘het geval dat…’.

En zo wordt de avond op een bijzondere manier afgesloten. Van een ‘vluchtelingenprobleem’ naar een toekomst waarin geïntegreerde asielzoekers op termijn hun steentje zouden kunnen bijdragen aan de economische motor van een plattelandsgemeente als Schagen. Om die gemeente mede leefbaar te houden.

Dat lijkt me voor zowel de vluchteling als voor de inwoners van Schagen en omringende kernen, een wenkend perspectief!

Aukelien Jellema